category_news
Vrijwel geen verschil tussen welzijn dier en mens
Er is weinig verschil tussen het welzijn van dieren en mensen. Vooral niet waar het zoogdieren betreft, omdat die veel gemeen hebben met de mens. Dat is één van de uitkomsten van een literatuur onderzoek van Inonge Reimert en Laura Webb dat is verschenen in het wetenschappelijk tijdschrift Animal. Aangezien er geen algemeen aanvaarde definitie is van dierenwelzijn, zijn ze uitgegaan van onderzoek met mensen, vooral in relatie tot levensgeluk. Webb en Reimert hebben alle heersende opvattingen in een ei-achtig raamwerk samengebracht.
Kijkend naar de toekomst heeft de wetenschap ten aanzien van dierenwelzijn een verschuiving doorgemaakt van het minimaliseren van negatieve ervaringen bij dieren, zoals pijn, stress en lijden, naar het stimuleren van positieve ervaringen zoals vreugde, tevredenheid en ontspanning. ‘Wij streven ernaar cohesie te bewerkstellingen in het domein van dierenwelzijn om zo een brug te kunnen slaan tussen de domeinen van dierenwelzijn en mensenwelzijn’, zegt Webb. ‘En uiteindelijk, om de levens van boerderijdieren te veraangenamen.’
‘Het welzijns-ei’
Ondanks hun expertise in koeien en varkens, besloten Webb en Reimert het begrip dierenwelzijn te harmoniseren in een kader dat veel weg heeft van een ei. Ze noemen het liefkozend ‘het welzijns-ei’.
Diergezondheid werd lang gezien als één van de belangrijkste pijlers in dierenwelzijn. In het welzijns-ei is gezondheid echter een externe factor die wel of geen invloed heeft op het welzijn van het dier. ‘De gedachte is dat alleen gezondheidsaspecten die een effect hebben op de emoties en het humeur, van invloed zijn. Gezondheidsproblemen die bijvoorbeeld pijn of een beperking veroorzaken zouden dan het welzijn negatief beïnvloeden’, zegt Reimert. ‘Zoals Mason en Mendl al in 1993 zeiden: “Een dier met een tumor die het niet kan voelen heeft geen welzijnsprobleem, ook al is er sprake van een gezondheidsprobleem.”’
Emotie en humeur
Waar emoties en humeur veelal als synoniem van dierenwelzijn werden gezien, vormen ze in het welzijns-ei meer de ingrediënten die bijdragen aan de welzijnstoestand. Deze welzijnstoestand is dan de balans van de frequentie en cumulatieve positieve en negatieve ervaringen gedurende een bepaalde periode. Met andere woorden: als het dier veelvuldig positieve ervaringen heeft en weinig negatieve ervaringen, kan het welzijn van dit dier gezien worden goed. Hetzelfde geldt voor mensen: de gelukkigste mensen hebben veelvuldig lichte positieve emoties.